In Europa
De staatssecretaris praat met een papier in de hand, zittend voor de Europese en Belgische vlaggen
Op 7 april vertegenwoordigde Barbara Trachte, Brusselse Staatssecretaris voor Wetenschappelijk Onderzoek, België tijdens de videoconferentie van de ministers van onderzoek en innovatie van de Europese Unie tegenover de coronacrisis.

Europa pakt COVID-19 bij de horens

Sinds de aanvang van de coronacrisis nemen de Europese instellingen maatregelen om de acties van de lidstaten te ondersteunen en om een betere coördinatie op poten te zetten, vooral op het gebied van de volksgezondheid en de economie.

Overeenstemming bereiken binnen de Europese Raad is niet altijd een sinecure. Aanvankelijk namen de lidstaten initiatief zonder overleg, waardoor bevoorradingsketens en het vrije verkeer van personen ernstig verstoord raakten. Daarop formuleerde de Europese Commissie een antwoord. Door aanzienlijke middelen vrij te maken, stelt ze alles in het werk om levens te redden en om de economie en de werkgelegenheid te vrijwaren. Het ter beschikking stellen van Europese middelen heeft een impact, ook al blijft de bewegingsvrijheid van de lidstaten, de regionale en de lokale overheden beperkt. Zij kampen al met begrotingstekorten en zien hun schuldgraad en tekorten verder oplopen.

De voorzitters van de Europese Commissie en de Europese Raad kregen het verzoek om de basis te leggen van een globaal relanceplan. De Commissie publiceerde onlangs een document over de exitstrategie en het opheffen van de maatregelen in de Europese Unie, zodat de post-coronaperiode op een zo ordelijk mogelijke manier aangevat kan worden. Het hervatten van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader van de Unie (Multiannual Financial Framework of MFF) post-2020 is één van de mogelijkheden. De Commissie wil tegen eind april een nieuw voorstel indienen, dat beter tegemoet komt aan de behoeften van de lidstaten.  

 

Betrokkenheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Via zijn ministers, zijn bestuur en zijn Delegatie bij de Europese Unie is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) nauw betrokken bij de gesprekken en de coördinatie op Europees niveau. Het Gewest verdedigt zijn belangen, maakt zijn behoeften kenbaar en zorgt ervoor dat het gebruik kan maken van de steun en mogelijkheden die de EU aanbiedt.  

De Europese maatregelen met een impact voor het BHG betreffen twee essentiële domeinen: enerzijds gezondheid en onderzoek, en anderzijds de interne markt en de economie.  

 

Ondersteuning voor medisch materiaal en onderzoek

De aanpassingen van het Solidariteitsfonds (opnemen van gezondheidscrises) en het vrijmaken van budgetten (3 miljard euro) om het noodfonds beschikbaar te stellen (met inbegrip van RescUE), hebben als doel het aanleggen van een voorraad medisch materiaal (handschoenen, beademingstoestellen, mondmaskers enz) voor de strijd tegen huidige en toekomstige pandemieën. 

Samen met de lidstaten ondernam de Europese Commissie eveneens actie om het onderzoek naar een COVID-19-vaccin te versnellen. Het ERAvsCorona-actieplan wil de R&D-prioriteiten vastleggen en integreren in gecoördineerde Europese initiatieven, om op korte termijn resultaten te boeken. 

 

Instandhouding van de interne markt en sociaaleconomische maatregelen  

Binnen de grenzen van wat er mogelijk is binnen het Meerjarig financieel kader voor 2014-2020, de verdragen en de reglementen, heeft de Europese Commissie diverse initiatieven genomen om werkgelegenheid maximaal te beschermen, om KMO’s middelen aan te reiken via de waarborgen van de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF), en ook om het vrije vervoer van goederen te verzekeren.

In deze context zijn er initiatieven genomen om de instandhouding van de interne markt te verzekeren. Dit doet men door de grenzen open te houden, door het verbod op het vervoer van levensmiddelen en medisch materiaal binnen Europa op te heffen, door het creëren van ‘Green Lanes’ (minimale grenscontroles) voor goederentransport, door het luchtvrachtverkeer te vrijwaren en door de scheepvaartverbindingen open te houden.  

Inzake economie en tewerkstelling stelde de Commissie meteen voor om de regels voor staatssteun te versoepelen en een tijdelijk kader te creëren. Eveneens heeft ze  uiteenlopende steunmaatregelen ingeroepen: een waarborg van 1 miljard euro bij het EIF om 8 miljard euro ter beschikking te stellen voor ondernemingen; een investering van 20 miljard euro van de EIB voor de KMO’s; een programma voor de dringende aankoop van private en openbare aandelen (750 miljard euro) van de Europese Centrale bank (ECB); het activeren van de ‘vrijwaringsclausule’ voor zowel een maximale flexibiliteit bij het toepassen van de begrotingsregels als om de gezondheidsstelsels en ondernemingen te ondersteunen; de mogelijkheid om het Europees Stabiliteitsmechanisme te activeren; en het voorstel om een nieuw instrument in te voeren voor tijdelijke steun om de risico’s op werkloosheid te beperken in noodsituaties: SURE.

Ten slotte paste men de reglementen van de Europese Structuur- en investeringsfondsen aan (waaronder enkele van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds) om de regio’s meer flexibiliteit te geven en een deel van de fondsen aan te wenden voor de aankoop van sanitair materieel en voor de ondersteuning van KMO’s.